Bouwverslag
De Zaan
Door Paul Kroon
MBV                     Het Stormanker Breda
BOUWBESCHRIJVING MOTORSLEEPBOOT ‘ZAAN’

Een Amsterdammertje met veel details




















Voorwoord
Ik bouw geen scheepsmodellen om in een vitrine op de kast te zetten. Er moet mee gevaren (kunnen) worden. Het model moet tegen een stootje kunnen en daarom worden bepaalde onderdelen wat robuuster uitgevoerd. Daarnaast neem ik de vrijheid om het ontwerp te wijzigen als ik dat beter vind. Met deze uitgangspunten
werd de ‘Zaan’ door mij gebouwd.

De bouwbeschrijving van de ‘Zaan’ is ondanks alle pogingen om het kort te houden toch een lijvig stuk geworden. Ik kon de verleiding niet weerstaan om enkele onderdelen van de bouw wat uitgebreider te beschrijven. Misschien dat het de minder geoefende modelbouwer op een aantal ideeën brengt.

Paul Kroon, november 2024
1.  Voorbeeld voor het model

In ‘De Modelbouwer’, jaargang 2014, nummers 9 en 10, is een bouwverslag van John Engelen opgenomen van een Nederlands sleepbootje type ‘Amsterdammertje’ en genaamd ‘Gar’. De bouwschaal is 1:20 en de lengte 80 cm. In het Duitse blad ‘Modell Werft’, jaargang 2015, nummer 11, is de bouw van hetzelfde sleepbootje in gewijzigde vorm ook beschreven. Beide artikelen bevatten behalve een redelijk uitgebreide bouwbeschrijving veel foto’s van het model en van het originele voorbeeld.
Het bijzondere ontwerp van de ‘Gar’, de vele details en de beschikbaarheid van bouwtekeningen gaven voor mij de doorslag om van dit bijzondere sleepbootje een model te bouwen.
Het model 1:20 van de ‘Gar’, zoals deze gebouwd is door John Engelen, is te zien op foto 1.
Foto 1: model van de ‘Gar’, gebouwd door John Engelen
In de bouwbeschrijvingen van John Engelen en op internet staat de nodige achtergrondinformatie over ‘Amsterdammertjes’ in het algemeen en van de ‘Gar’ in het bijzonder.

Ten behoeve van werkzaamheden in de (stads)grachten en kleine waterwegen werden in de 20ste eeuw kenmerkende sleepbootjes gebouwd die de vele bruggen in hun werkgebied konden passeren.
De doorvaarthoogte van deze sleepbootjes is klein als gevolg van een gedrongen opbouw met een neerklapbare mast en neerklapbare ramen en dak van de stuurhut. De lengte is meestal niet meer dan 17 meter en de breedte niet meer dan 4,5 meter.
Het motorhuis bevindt zich voor de stuurhut en op het voordek staat los van het motorhuis een roefje. Bij de ‘Gar’ is overigens het roefje over de volle breedte van het schip gebouwd, omdat dit vroeger een inspectievaartuig van het Amsterdams havenbedrijf was.
De ‘Gar’ werd bij de werf Rijnstroom in Leiden in opdracht van het Gemeentelijk Havenbedrijf van Amsterdam gebouwd en kreeg de naam Picor. De afmetingen waren 16,17 meter lang en 3,50 meter breed. De diepgang was 1,80 m.
Een particulier kocht het bootje van het Havenbedrijf en gebruikte het als sleepboot.
In de loop der tijd is het meerdere keren aangepast.
Om ook langs de kust te kunnen varen, diende in het kader van het benodigde 5 mijls- certificaat, er één en ander verbouwd en aangepast te worden. Om als duwboot te kunnen fungeren is de ‘Gar’ voorzien van een duwsteven en lieren op het achterdek.
Op foto 2 is het origineel van de ‘Gar’ te zien zoals zij er in 2013 uitzag. In middels is de ‘Gar’ niet meer in bedrijf en varend erfgoed geworden.
Foto 2: het origineel van de ‘Gar’ in 2013
2. Het aanpassen van het ontwerp

De bouwtekeningen van de ‘Gar’ zijn 1:20. Aangezien ik bouw op schaal 1:25 moesten deze worden verkleind. Wat op het bovenaanzicht direct opvalt is dat het bootje vrij slank is. De lengte /breedte verhouding is 4,65/1 hetgeen voor een Amsterdammertje in het algemeen vrij groot is.
Na een inventarisatie van hetgeen er in de romp aan stroomvoorziening en elektronica moest worden ingebouwd, kwam ik tot de conclusie dat dit niet zou lukken omdat het bootje te smal zou worden. Bovendien vond ik (eigenwijs als ik ben) dat het model beter zou ogen als de romp wat breder zou worden gemaakt.
Maar als je de romp breder maakt, is het logisch om ook de bovenbouw aan te passen. Uitgangspunt daarbij is dat de verhoudingen moeten blijven kloppen.
Om de romp goed toegankelijk te maken voor de inbouw (roerservo, de vaarmotor met aandrijfas en koppelingen, de bedrading van de elektronica en stroomvoorziening, de luidspreker e.d.) is door mij besloten om het dekluik door middel van een verhoging van het dek tussen dekluik en de stuurhut met de stuurhut te verbinden zodat de gehele opbouw vanaf motorhuis tot dekluik in één geheel kan worden verwijderd. Dit is dus een afwijking van het bouwplan van de ‘Gar’.
Bovenstaande was aanleiding voor mij om het gehele ontwerp van de ‘Gar’ aan te passen.
Op foto 3 (opname van de uitgewerkte tekening schaal 1:25) zijn de oude contourlijnen in rood aangegeven; de nieuwe contouren zijn in groen weergegeven.
Foto 3: oude en nieuwe contourlijnen geven in hoofdlijnen aan waar het ontwerp moest worden aangepast
Op basis van het aangepaste voor- en bovenaanzicht is er door mij een nieuw spantenplan voor de romp
gemaakt. De nieuwe afmetingen voor de bovenbouw zijn ‘in het werk’ en ‘met het oog’ bepaald. Zo nodig is één en ander eerst uitgewerkt op schetsen en/of mallen van karton.
Door alle aanpassingen is de naam ‘Gar’ niet meer gepast. Om die reden heeft mijn model de naam ‘Zaan’ gekregen.

3. De bouw

De beschrijving van de bouw van de ‘Zaan’ begint met de bouwwijze en twee hulpmiddelen bij de bouw:
de Bouwplank en het klemblok.
Daarna volgt de beschrijving van de diverse onderdelen verdeeld over de vier bouwgroepen:
I   romp met schroefas en roer c.a.;
II  dek met verschansing c.a.;
III roef met voormast c.a.;
IV motorhuis, stuurhut, beting en dekluik c.a..

Bouwwijze
De romp is gebouwd volgens de methode met houten spanten en houten latjes en klossen.
De opbouw is grotendeels van modelbouwtriplex en messing profielen. In een enkel geval is polystyreen gebruikt. Het zogenaamde scheepsbeslag is doorgaans gekocht bij modelbouwwinkels (webshops); in een enkel geval zijn er bepaalde onderdelen van het scheepsbeslag of scheepstoebehoren zelf gemaakt van onderdelen uit de voorraadbakken.

Bouwplank
Ten behoeve van de bouw is gebruik gemaakt van een bouwplank om te voorkomen dat de romp krom zou gaan trekken en bepaalde onderdelen tijdens de bouw zouden beschadigen. De bouwplank is verschillende keren tijdens de voortgang van de bouw van het model verbouwd zoals op sommige foto’s te zien is.
Klemblok
Na het aanbrengen van het dek met de verschansing moest de romp nog verder worden afgewerkt.
Om beschadiging van de reeds geplaatste verschansing, relingen en dergelijke zo veel mogelijk te voorkomen is een klemblok toegepast. Dit blok zat op het dek geklemd en kon omgekeerd met klossen in de workmate geplaatst worden, zodat de romp verder kon worden afgewerkt.
Op foto 4 is het klemblok vastgeklemd in de uitsparing voor de opbouw (motorhuis – dekluik).


Foto 4: klemblok
Bouwgroep I: romp met schroefas en roer c.a.

a.  Romp: spanten met latjes en blokken.

De romp is grotendeels opgebouwd op een kiellat van 6 mm. dik multiplex en spanten van 8 mm. dik multiplex en huidplankjes van latjes 7 x 2 mm., gezaagd uit lamellen van houten jaloezieën. Bij de boeg en de hek zijn klossen van juletong (houtsoort, RED) gebruikt. Na het wegschuren van de uitstekende delen zijn zowel de buitenkant als de binnenkant van de romp waterdicht gemaakt met G4. Na droging is de buitenzijde van de romp voorzien van 3 lagen G4 versterkt met glasweefseldoek. Na uitharding is de romp aan de buitenzijde licht geschuurd en meerdere malen in de grondverf gezet, geplamuurd en geschuurd tot dat deze geheel glad en strak was. Foto’s 5 en 6 geven een indruk van de begin- resp. eindfase van de bouw van de romp.
Foto 5                                                                                                         Foto 6
b.   Duwfender
In de romp (in casu eigenlijk in de kiellat) is tijdens de bouw van de romp een duwsteven gelijmd. De duwsteven is opgebouwd uit een messing U-profiel met aan weerszijden twee messingplaten en een messingstrip aan de onderzijde. In de sparing is later (toen de romp was afgewerkt) een ‘rubber’ fender geplaatst. Deze fender bestaat uit een kunststof koker om een messing as. Om de koker is matzwarte tape gewikkeld zodat het geheel op een rubber fender lijkt.

c.   Inbouw schroefaskoker
De schroefaskoker is in 3 stappen met epoxyhars in de kiellat gelijmd. Aangezien de as van de vaarmotor en de schroefas niet in 1 lijn (kunnen) liggen is gebruik gemaakt van twee koppelingen en een koppelas. Om die reden is het geheel (schroefas-koppelas- vaarmotor) uitgelijnd en is er voor definitieve montage proefgedraaid. Zie foto 7.

Foto 7: proefdraaien aandrijving schroefas
d.   Inbouw roerkoker
Deze is net als de schroefaskoker met epoxyhars in de kiellat gelijmd. Aan de onderzijde is de koker voorzien van een kunststofdeel (in casu: een dop van een trekkoord) dat in de romp is gelijmd met epoxyhars. Aan de bovenzijde is in de romp een uitsparing gefreesd ten behoeve van de roerhendel.

e.   Roer
Het roer is conform de bouwtekening van de ‘Gar’ opgebouwd (gesoldeerd) uit een messingbuis, messingplaten en messingstrips. Zie foto 8.
Foto 8: roer
Bouwgroep II:  Dek met verschansing c.a.

a.   Dek
Het dek van de ‘Zaan’ heeft van voor naar achter over de hele lengte een zeeg. Daarnaast heeft het een tonrondte tussen de roef en het verhoogde achterdek. Daarom is het dek in lagen opgebouwd.
Uit een triplexplaat van 4 mm. is het dek gezaagd. Hierbij is rekening gehouden met het berghout en de uitsparingen ter plaatse van de opbouwen en de holte voor de roerpen onder het verhoogde achterdek. Zie foto 9.
Foto 9: dek, 1ste laag, triplex 4mm
Foto 10: dek, 2de laag, triplex 6 mm    Foto 11: dek, 3de laag, ruitplaten
Nadat de triplexplaat op de romp was vastgelijmd, zijn op het dekgedeelte tussen de roef en het verhoogde achterdek zes delen van 6 mm. triplex gelijmd. Deze dekdelen zijn in de gewenste tonrondte geschuurd. Zie foto 10.
Daarna zijn ter plaatse van de uitsparingen voor de opbouw lijsten gelijmd waarover de opbouwdelen (roef, motorhuis- dekluik) geplaatst kunnen worden en is het verhoogde achterdek aangebracht. In een later stadium zijn op het dek tussen de roef en het verhoogde achterdek ruitplaten gelijmd. Zie foto 11.
b.   Verschansing voordek
De verschansing op het voordek is geheel uit messingplaat en messing hoekprofiel opgebouwd.
c.   Mangat met deksel
Het mangat is onder andere opgebouwd uit een ring en deksel die overgebleven zijn uit de bouwdoos van
de ‘River Queen’ . De opstaande rand is met een houten schijf verhoogd om op de gewenste hoogte uit te komen.

d.   Ankerliersteun met ankerlier
De ankerlier op de bouwtekening van de ‘Gar’ was door mij (op schaal 1:25) niet maakbaar.
Besloten is toen om een andere ankerlier te maken.
De ankerlier staat vanwege de helling van het voordek op een steun gemonteerd. Deze steun zorgt ook voor
voldoende hoogte, zodat de ankerlier staande kan worden bediend. De ankerlier steun is opgebouwd uit modelbouwtriplex. De ankerlier zelf bestaat uit allerlei onderdelen uit de voorraaddoos. De ankerlier is op de steun gemonteerd met schroeven. De steun is op het voordek vastgelijmd.
e.  Verschansing middendek met handrail.
De verschansing van het middendek is opgebouwd uit verschillende onderdelen. Te beginnen bij 4 steunen (gemaakt van messing strips) aan elke zijde van het schip. De bolderkast met dubbele bolders nabij de grote sleepboog, de steunen van de grote sleepboog en de bolderkast met enkele bolder ter hoogte van de voorzijde van het motorhuis zorgen voor verdere ondersteuning van een strip van modeltriplex met aan de bovenzijde een messing hoekprofiel.
In de verschansing zijn per zijde drie halfronde waterloosgaten gemaakt en een grote rechthoekige waterloospoort.
Op het messing hoekprofiel bevindt zich aan beide zijden een handrail (opgebouwd uit messing staf) . De handrails zijn eerst op het hoekproefiel van de verschansing gesoldeerd en daarna is het geheel op de strip modelbouwtriplex gelijmd met 2-componentenlijm zoals op foto 12 is te zien.
Foto 12: verschansing middendek met handrail
f.   Verhoogd achterdek
Het verhoogd achterdek bestaat uit een op maat gemaakte klos juletong, (soort hout uit o.a. Maleisië) afgedekt met een plaatje modelbouwtriplex.
In de klos juletong is een uitsparing gefreesd voor de roerhendel. In het afdekplaatje is een luik gezaagd om in geval van nood bij de roerhendel te kunnen komen. Op het plaatje modelbouwtriplex, ook op het luik, is traanplaat gelijmd. Op het hoekproefiel van de verschansing dat over het verhoogde achterdek doorloopt is een halfrond messingprofiel gesoldeerd. Dit profiel voorkomt dat de sleeptros over het achterdek schuurt.
Foto 13 geeft de bouwsituatie weer zonder dekplaatje, hoekprofiel en halfronde schuurlijst.
Foto 13: verhoogd achterdek met uitsparing voor roerhendel
g.   Hekfender
De bouw van de hekfender bleek in de praktijk lastig. Eerst is de vorm van de rubber fender gezaagd uit 3 mm. triplex. Om het triplex is een rubber strip (een stuk fietsband) strakgetrokken en vastgeniet. Om de fender is een omkasting van modelbouwtriplex gemaakt. In het verhoogd achterdek is een uitsparing gezaagd waarin de fender is geschoven. Om niet te conflicteren met de uitsparing voor de roerhendel in het verhoogde achterdek zijn fender en omkasting sikkelvorming uitgevoerd.
Foto 14                                                                                      Foto 15
Op foto 14 zijn de hekfender, de sleepbogen, de handlieren en de achterste bolders te zien; op foto 15 is het mangat met deksel, de ankerlier met ankerketting en anker en de enkele bolders zichtbaar.

h.   Sleepbogen
De ‘Zaan’ heeft een grote en een kleine sleepboog. De kleine sleepboog is opgebouwd uit messingstaf, messing strips en messing U-profiel. De kleine sleepboog staat los in het dek en haakt met een hoek in de achterwand van het dekluik. Dit is zo uitgevoerd om de opbouw van motorhuis, stuurhut en dekluik aan de achterzijde te kunnen borgen.
De grote sleepboog is opgebouwd uit diverse messingprofielen en modelbouwtriplex. Onderdelen van de constructie zijn een vastzetoog, een inlaat en een ontluchter.
i.   Rollenkluizen
Vlak voor het verhoogde achterdek zitten in de verschansing rollenkluizen. Deze geleiden de kabels van het duwwerk. De rollenkluizen zijn opgebouwd uit diverse onderdelen gemaakt van modelbouwtriplex en een kunststofrol. Door de kromming van de verschansing en omdat de verschansing ter plaatse van de rollenkluizen niet even scheef op het dek staat, is dit nog een heel gepuzzel gebleken. 

j.   Handlieren
De beide handlieren voor het duwwerk zijn gekocht. Het zijn bouwpakketjes met heel veel (kunststof en metalen) onderdelen en gelukkig met een duidelijke bouwbeschrijving.

k.   Bolders
De bolderkasten zijn gemaakt van modelbouwtriplexonderdelen. De enkele bolders nabij het motorhuis zijn zelfbouw. De dubbele bolders nabij de grote sleepboog zijn gekocht.

l.   Ontluchters e.d.
Op het dek staan op diverse plaatsen tankinlaten, beluchters, ontluchters en ventilatiepijpen. Die onder de grote sleepboog zijn reeds genoemd. Verder staan ze aan beide zijden van de stuurhut en bij de kleine gasfleshouder. De kleine ontluchters e.d. zijn opgebouwd uit messing onderdelen; de grote uit aluminium onderdelen.
Zie foto 16
Foto 16: ontluchters e.d.
Bouwgroep III: Roef met voormast c.a.
Foto 17: een totaalbeeld van de roef met de daarbij behorende onderdelen in aanbouw.
Alles in nog niet geverfd, zodat de verschillende gebruikte materialen goed te zien zijn.
a.   Neerklapbare mast en masthouder
De mast en de masthouder zijn grotendeels opgebouwd uit messingprofielen, messingdraad en messingstrips. De lantaarns zijn gekocht en niet voorzien van lampjes. Verder zijn er kralen, hijsblokken en kleine kunststof onderdelen uit eigen voorraad gebruikt.

b.   Roef met deur
De basis voor de roef (het casco) bestaat uit triplex onderdelen van verschillende diktes. De zeeg in het voordek, de ronding in het hoofddek en daarnaast de ronding in het dak en de gebogen vorm van de zijkanten en de voorkant zorgden ervoor dat de constructie een lastig karweitje werd.
De ingang voor de deur is onderdeel van de constructie van de roef. De deur bestaat uit twee lagen modelbouwtriplex en is voorzien van zelfgemaakte scharnieren, deurhendel en deurvasthouder. De patrijspoort in de deur is gekocht. De deur kan niet open, ze is tegen de achterwand van de roef gelijmd.

c.   Klimijzers en reling
Om op het dak van de roef te kunnen komen , zitten er op de achterwand links van de deur twee klimijzers die gemaakt zijn van nietjes waarvan de pootjes zijn gebogen.
De reling is van 2 mm. messingstaf en bestaat uit diverse onderdelen. Aan de ‘poten’ zijn ringen gesoldeerd. Deze ‘voetjes’ zorgen voor stevigheid en de juiste hoogte van de reling. Onderdeel van de reling is de dubbele handrail bij de klimijzers en de hoge steun bij de mast.

d.   Dak-/ontsnappingsluik
Op het dak van de roef zit een dak- en tevens ontsnappingsluik. (Ook wel Houdiniluik genoemd).
De constructie hiervan is niet goed af te leiden van de tekeningen en de foto’s van de bouwbeschrijving van de “Gar’. Op internet is op de site van een leverancier achterhaald hoe een dergelijk luik is opgebouwd. Bij de ‘Zaan’ is dit gedaan met modelbouwtriplex en kunststof hoekprofiel. Het ruitje met kunststof melkglas is gemaakt uit een wit plaatje perspex.

e.   Reddingvlot met beugel
Ook de constructie van het reddingvlot is van internet gehaald. Het vlot is opgebouwd uit laagjes modelbouwtriplex en stripjes polystyreen, aangevuld met een kraaltje, een heel klein lintje en een strookje zwarte tape.
De beugel is gesoldeerd van messingdraad en messing strip.
Op foto 18 is het reddingvlot en de beugel te zien in ongeverfde staat.
Foto 18: reddingvlot met beugel

f.   Gasfleshouders
De twee gasfleshouders aan weerszijden aan de achterwand van de roef zijn grotendeels opgebouwd uit polystyreenplaat van 2 en 1 mm. dik. De gebogen wanden van 2 mm. dik zijn met behulp van een houten mal in de oven gevormd. De bodem, achterwand en dekselring zijn van 1 mm. polystyreen. In de bodem zitten kleine gaatjes voor de ventilatie. De deksels hebben zelfgemaakte scharnieren van messing onderdelen.
Het blauw bord en de staander zijn opgebouwd uit messing profielen, messingplaat en messingogen afkomstig van draadspanners. De lantaarn is gekocht en is niet voorzien van een lampje. Het bord is neerklapbaar en kan uit de houder, die aan de roef bevestigd is, worden verwijderd.
Bouwgroep IV: Motorhuis, stuurhut, beting en dekluik c.a.
g.   Blauw bord met staander
Op bovenstaande foto’s is het begin van de bouw van motorhuis en stuurhut te zien (foto 19) en in een latere fase (foto 20).
a.   Motorhuis met ingang
Het casco van het motorhuis is opgebouwd uit triplexplaatjes van verschillende diktes. De buitenkant is afgewerkt met modelbouwtriplex en het inwendige (ter versteviging) met triplex uit de bouwmarkt.
De ingang bestaat uit drie delen: aan de bovenzijde (op de kap) een luik en aan de voorzijde (bakboordzijde) een dubbel deurtje. Luik en deurtjes zijn opgebouwd uit messingprofielen en messingplaat. Scharnieren en handgrepen zijn zelf gemaakt. Luik en deurtjes kunnen open. Achter de deurtjes zitten de hoofdschakelaars van de stroomvoorziening.
b.   Neerklapbare radar
De neerklapbare radarmast is gemaakt volgens de bouwtekening van de ‘Gar’. Hiervoor is messingprofiel en messingplaat, alsmede kunststofprofielen en kunststofplaat gebruikt. De zuiger met cilinder is afkomstig van een speelgoedgraafkraan. De radar zelf is een kunststof bouwsetje dat gekocht is. Zie foto 21.
Foto 21: neerklapbare radar
c.   Stuurhut met deur
De stuurhut bestaat uit vijf hoofdonderdelen: De ‘onderbouw’ van de voorwand (tevens achterwand van het motorhuis) en zijwanden; de ‘bovenbouw’ van de voorwand en zijwanden (in casu de houten kozijnen van de voor- en zijramen); de achterwand (tevens waterkerend schot); de vloer (de basis voor de constructie) en als laatste van de vijf: het dak.
De onderbouw bestaat uit modelbouwtriplex wanden verstevigd met kunststof T-profielen.
De bovenbouw bestaande uit de houten raamkozijnen die zijn opgebouwd uit drie laagjes modelbouwtriplex van 0.8 mm dik. De raampjes van kunststofplaat zitten in de kozijnen opgesloten met glaslatjes van o,8 mm dik. De indeling van de voorramen wijkt af van de bouwtekening van de ‘Gar’. Er zijn bij de ‘Zaan’ vier raampjes, waarvan één klapraampje in het midden. Dit klapraampje is opgebouwd van messing profielen om een kunststofplaatje en voorzien van scharnieren zodat het ook open kan. Zie foto 22.
De achterwand is gemaakt van 2 plaatjes modelbouwtriplex van 2 mm. dik met uitsparingen voor de twee raampjes en de deur. De raampjes zijn opgesloten met twee frames (gemaakt van kunststof strips). In de deuropening zit rondom een kunststofstrip waar de deur overheen valt. (De deur moet immers waterdicht zijn). Bij de ‘Gar’ is de achterwand verstevigd met een roestvaststalen plaat die met klinknagels op de achterwand is bevestigd. Bij de ‘Zaan’ is dit nagebootst met koperen spijkertjes. De deur is een plaatje modelbouwtriplex met daaromheen een rand van kunststofstrip. In gesloten toestand valt de deur over de strip van de achterwand. In de deur zit een (kunststof) raampje dat aan beide zijden is opgesloten met een frame van kunststofstrip.
De deurscharnieren zijn weer zelfgemaakt.
Foto 22: Stuurhut
De deurvasthouder is een samenstel van messingonderdelen uit de voorraaddoos. De deurhaak is van messing onderdeeltjes gemaakt en is beweegbaar zodat de deur in open toestand kan worden vastgezet. Met een deurklink kan de deur ook in gesloten toestand worden vastgezet.
De (verhoogde) vloer van de stuurhut loopt door tot in het motorhuis en naar achter tot onder het dekluik en maakt onderdeel uit van de basis van de gehele opbouw achter de roef. Door deze keuze voor de constructie is ook het dek tussen stuurhut en dekluik verhoogd. Zoals bij punt 2 is aangegeven is dit in afwijking van het origineel. Het dak van de stuurhut is gemaakt van diverse plaatjes modelbouwtriplex en ‘bouwmarkt ’triplex. De kromming in het dak is gevormd door twee plaatjes modelbouwtriplex om een mal te buigen en onderling te verlijmen. De triplexplaatjes onder het gebogen dakdeel (in casu het plafond) vallen tussen de wanden van de stuurhut, zodat het dak geborgd is. In de triplexplaatjes is een sleuf gefreesd waardoor de kabels lopen van de beugel op het dak.

d.   Beugel op het dak van de stuurhut
De beugel is een stukje soldeerwerk van messingbuis en messingplaatjes. Op de beugel zitten onder andere het oranje zwaailicht (eigenlijk knipperlicht) en het gele fluitlicht. Beide lampjes zijn werkend uitgevoerd. De kabeltjes zijn vanuit de beugel in een gebogen pijpje op het dak door een koker in de stuurhut naar onderdeks gevoerd waar ze kunnen worden aangesloten op de elektronica . Naast de messingonderdelen zijn diverse onderdelen gebruikt uit de eigen voorraad (schijnwerper, dekstralers en dergelijke). De beugel is met voetjes op het dak gemonteerd en neerklapbaar. Op foto 22 is het dak van de stuurhut met de beugel en andere onderdelen te zien.

e.    Inrichting stuurhut
De stuurhut is zo volledig mogelijk ingericht. Om die reden staat de deur in de meeste gevallen uitnodigend open. De inrichting bestaat uit diverse gekochte en zelfgemaakte onderdelen. Het meest bewerkelijke onderdeel was de schakelkast. (Op foto 23 te zien onder het radarscherm, links naast het stuurwiel). Het meest vreemde onderdeel is een samenstel van een hydrauliek met daarop gemonteerd een gashendel. Hiervoor is onder andere een deel van de motor van de eerdergenoemde speelgoedgraafkraan gebruikt.

f.   Beting met sleephaak
De beting bestaat uit messing buis (met daarin houten stokjes ter versteviging), diverse plaatjes modelbouwtriplex, een popnageldeel en een messingpijpje voor de vlaggenmast.
De constructie van de sleephaak wijkt af van die van de ‘Gar’. Dit bleek (voor mij) niet haalbaar. In plaats daarvan is gekozen voor een eenvoudiger uitvoering (zonder veer). De sleephaak is opgebouwd uit messing onderdelen en koperen spijkertjes. De sleephaak is werkend uitgevoerd.

g.    Dekluik
Het dekluik is in de basis gevormd uit plaatjes modelbouwtriplex. Hierop zijn kunststof onderdelen gelijmd. Scharnieren en sluitingen zijn zelfgemaakt. Het luik kan niet open. Onder het luik zit de vaarregelaar.
h.   Ontluchters, inlaat- en uitlaatpijpen
Op het motorhuis en naast de stuurhut staan diverse ontluchters en inlaatpijpen.
De constructie is al eens beschreven bij bouwgroep II.

Aan bakboordzijde van de stuurhut staan twee uitlaatpijpen met een beschermkoker. De uitlaatpijpen zijn messing buisjes die in de juiste vorm zijn gebogen. De beschermkokers zijn gemaakt van geperforeerde metalen plaatjes afkomstig van een luidsprekertje. Als afstand houders zijn doppen van inktbuisjes van balpennen gebruikt.
Aan de buitenwanden van de stuurhut (bakboord en stuurboord) bevinden zich nog twee pijpjes waarvan niet duidelijk is waar ze bij de ‘Gar’ voor dienen.
Foto 23: inrichting stuurhut, beting en dekluik
Foto 24 toont de diverse onderdelen aan bakboordzijde van de stuurhut.
Foto 24: bakboordzijde stuurhut
4.   Het verf- en beitswerk c.a.

Het gebruik van G4, grondverf en plamuur ten behoeve van het waterdicht maken en glad afwerken van de romp wordt in dit verband niet gerekend onder het verfwerk.

De kleuren van de ‘Gar’ zijn in de loop der tijd diverse keren gewijzigd zoals op diverse foto’s (op het internet) is te zien. Voor de ‘Zaan’ is een eigen kleurenschema naar eigen smaak en inzicht opgesteld.
De gebruikte verf (primer, grondverf , lak e.d.) is vastgelegd op een verflijst zodat bij eventuele schade de juiste verf  (kleur, kleurnummer, merk en soort) kan worden gevonden.

Op foto 25 is een overzicht van de gebruikte verf e.d. gegeven.  Dit is overigens de laatste keer dat ik ‘huis- tuin- en keukenverf’ heb gebruikt.  Bij de opvolger van de ‘Zaan’ gebruik ik enamel-verf uit de kleine potjes.
Foto 25: overzicht verf en beits gebruikt bij de afwerking van de ‘Zaan’
Op de navolgende foto’s 26 tot en met 29 is in de diverse stadia van de bouw het verfwerk te zien.
Foto 26                                                                                                                 Foto 27
Foto 28                                                                                                                  Foto 29
  5.   Stroomvoorziening en elektronica
De stroomvoorziening bestaat uit twee gescheiden circuits: vier (niet oplaadbare) batterijen van 1,5 volt (AA) in serie voor de ontvanger en twee (oplaadbare) accu’s van 6 Volt parallel geschakeld voor de vaarmotor en de voeding van de lampjes, luidspreker, geluids- en knippermodule. In de bekabeling zijn twee dubbelpolige schakelaars opgenomen en een zekering in het circuit van de vaarmotor.

Ten behoeve van de (radiografische) afstandsbediening wordt gebruik gemaakt van een 5-kanaals 2,4 GHz zender van het merk Jamara en bijbehorende ontvanger. Van de 5 kanalen worden er bij de ‘Zaan’ slechts 3 gebruikt. Naast de bediening van het roer en de vaarregelaar worden met behulp van een schakelservo het knipperlicht (via een knippermodule) en een scheepshoorn (via een geluidsmodule + luidspreker) geschakeld. Bij inschakeling van de scheepshoorn brandt ook het fluitlicht. De elektronica (ontvanger, modules, schakelservo, luidspreker c.a.) is bevestigd op twee ‘legborden’: het ene legbord onder de roef (legbord-voor) en het andere onder de stuurhut/motorhuis (legbord-midden). Beide legborden kunnen uit de ‘Zaan’ worden gehaald. Onder de legborden bevindt zich de stroomvoorziening (batterijen en accu’s) en de vaarmotor.

Op foto 30 is de bouwgroep IV (motorhuis –dekluik) op zijn stuurboordzijde naast de ‘Zaan’ gelegd. De stekkerverbindingen voor het knipperlicht en het fluitlicht zijn zichtbaar. Legbord-voor is uitgenomen en ook naast de ‘Zaan’ gelegd zodat de batterijen voor de ontvanger te zien zijn. Rechts van de batterijen is nog de voorkant van de accu’s te zien; de rest bevindt zich onder legbord-midden. Onder de vaarregelaar op legbord-midden zit de vaarmotor. Rechts van de vaarregelaar is de roerservo te zien.
Foto 30: stroomvoorziening en elektronica
Van de stroomvoorziening en de elektronica zijn schema’s getekend. Een toelichting op de nummering van de bekabeling en een lijst met afkortingen horen daarbij. De schema’s zijn (verkleind) te zien op foto’s 31, 32 en 33.
Foto 31: stroomvoorziening                                                                                              Foto 32: legbord-midden
Foto 33: legbord-voor
  6.    Tot slot: algemene informatie

De bouwtijd
In mei 2016 zijn de bouwtekeningen van de ‘Gar’ besteld. Na het ontvangen en verkleinen van de bouwtekeningen (van schaal 1:20 naar 1:25) werd begonnen met het aanpassen van het ontwerp. Het aangepaste ontwerp was op hoofdlijnen eind april 2017 gereed.

Na uitwerking van een nieuw spantenplan, enkele maatgevende doorsnedes en detailtekeningen kon de feitelijke bouw in oktober 2017 van start gaan. Eind februari 2020, na een bouwtijd van 2 jaar en 4 maanden was de ‘Zaan’ gereed.

Testen en proefvaren
Tijdens het bouwproces zijn op meerdere momenten een aantal tests uitgevoerd om te controleren of de ‘Zaan’ waterdicht was en of de stroomvoorziening en de elektronica goed functioneerden. Tijdens het testen is gebleken dat de ‘Zaan’ niet geheel op de beoogde waterlijn lag. Dit is verholpen door naast de vaarmotor ballast toe te voegen. De ballast bestaat uit ‘kisten’ met plaatjes lood die in epoxyhars zijn gegoten. Zie foto 34.
Foto 34: ballastkisten
Na de laatste test op 27 februari 2020 is er met de nodige vertraging vanwege weersomstandigheden en onderhoud aan de ‘proefvijver’ op 23 juli 2020 een succesvolle proefvaart gehouden.
Tijdens een aantal clubbijeenkomsten van MBV ‘Het Stormanker’ in de tweede helft van 2021 heeft de ‘Zaan’ in de waterpartij van het Heksenwiel in Breda zonder problemen gevaren.
Foto 35 : de laatste test in de waterbak
Afmetingen ‘Zaan’
▪lengte over alles: 69,9 cm.
▪breedte over alles: 17,2 cm.
▪hoogte met staande mast en beugel: 31,2 cm.
▪hoogte met gestreken mast en beugel: 21,2 cm.
▪diepgang:  7,4 cm.

Gewicht:  ca. 4,1 kg.

Dit was dan het uitgebreide bouwverslag van opduwer/sleepboot Zaan.

Paul Kroon.